Sinds 1 mei is Marenne van Kempen aan de slag bij Blijvend Veilig. Wie is deze kersverse transformatieleider, die deze uitdaging aangaat nadat ze jarenlang bestuurder bij Lokalis was? Wat kunnen we van Marenne verwachten? Welke uitdagingen grijpt zij met beide handen aan?
Waarom koos je voor deze rol?
Toen ik werd geattendeerd op deze opdracht wist ik meteen dat deze verleidelijk zou zijn. Ik ben een bouwer en hou ervan om min of meer opnieuw te beginnen, vanuit het perspectief van gezinnen een vorm van ondersteuning opnieuw vorm te geven, samen met anderen initiatieven op poten te zetten. In Utrecht was ik vanaf de start in 2005 van Lokalis betrokken: een intensief proces dat me energie en voldoening gaf. Lokalis biedt vanuit buurtteams basishulp aan jeugd en gezinnen. Onveiligheid is daar een van de vele onderdelen van. Dat Blijvend Veilig er specifiek is voor gezinnen waar huiselijk geweld en kindermishandeling speelt, maakt het voor mij een betekenisvolle nieuwe uitdaging.
Hoe voelt de overstap naar Amsterdam?
Leuk! Amsterdam is na Utrecht dé plek voor een nieuwe uitdaging. Vanuit mijn betrokkenheid bij het Toekomstscenario en als voorzitter van de Associatie Wijkteams kon ik me goed oriënteren op een nieuwe stap. Ik waardeer de ambitie van Amsterdam. Dit is de eerste regio die zich serieus voorbereidt op in alle gebieden ‘omklappen’ naar werken in lijn met het Toekomstscenario. Bestuurders van de Utrechtse en Amsterdamse proeftuin spreken elkaar ook best intensief, we proberen van elkaars ervaringen te leren. Ik weet zeker dat dit voor mij op de juiste plek en het juiste moment komt.
Waarom trekt het jou om te gaan werken aan de veiligheidsopgave?
Veiligheid is fundamenteel, het kleurt en bepaalt ons bestaan. Het is zo belangrijk om gezinnen en huishoudens die met onveiligheid te maken krijgen, goed bij te staan. Die vraag, hoe kunnen we de ondersteuning aan gezinnen verbeteren, stond en staat ook centraal bij Lokalis, maar daar was het speelveld wellicht minder complex. Die complexiteit van het maatschappelijke maakbaarheidsdenken, de nu gefragmenteerd belegde taken, de verwachtingen die aan professionals worden gesteld, maken dat ik me graag aan deze opgave verbind.
Dat betekent niet dat deze problemen enkel ‘ver van jouw bed’ bestaan?
Zeker niet! We moeten in de zorg en veiligheidssector juist af van het idee dat het steeds maar weer over anderen gaat. Het besef dat dit morgen ook over onszelf kan gaan, moet ons handelen drijven. Uitgaan van ‘wij’ in plaats van ‘zij’ is essentieel in de grote transformatie die voor ons ligt. Ik woon samen met mijn dochter. Sinds vier jaar woont er ook een pleegdochter bij ons. We vormen een eenoudergezin nadat mijn man overleden is. Voor zijn overlijden deed ik samen met hem crisisopvang. De uitdagingen in mijn privéleven houden me ook professioneel met beide benen op de grond, in de realiteit.
Kan je meer vertellen over waarom een grote transformatie nodig is?
Er valt veel te verbeteren aan hulp bij onveiligheid. Net als in bredere zorg zijn we vaak ver verwijderd van het perspectief van de leefwereld. De bureaucratische systeemwereld, hoe we vanuit organisaties, systemen en wetten naar gezinnen kijken, is te bepalend geworden. Dat moet echt om. Wat is er nodig voor de gezinnen, hoe gaan we naast hen staan, hoe ondersteunen we hen het best? Vanuit dit vertrekpunt moeten we opnieuw opbouwen. Wetgeving moet resulteren uit wat praktijk nodig heeft, niet omgekeerd. Het huidige stelsel is met de beste bedoelingen gemaakt, maar dat maakt het niet duurzaam, voor gezinnen noch professionals. Als iedereen maar een stukje doet, wordt het onnavolgbaar wat er gebeurt en wie verantwoordelijk is. Het vak van de professional raakt hierdoor uitgehold.
Welke taak wil jij graag oppakken?
Ik wil samen met de collega’s het werken met gezinnen die te maken hebben met onveiligheid opnieuw vormgeven. Dat betekent ook het vak van de professional duurzaam maken, zorgen dat de randvoorwaarden geregeld en ondersteunend zijn en niet bepalend. Professionals krijgen bij Blijvend Veilig een buitenkans, ze mogen een nieuwe invulling aan hun vakmanschap geven. Maar dit vraagt veel van het professionele klimaat in de teams: er moet ruimte zijn en blijven voor reflectie, voor fouten maken en daaruit leren, voor humor. Naar jezelf kijken is belangrijk en leuk, maar ook best intensief.
Hoe zie jij de eerste werkweken voor je?
Er wordt door heel veel mensen heel hard gewerkt aan het Toekomstscenario. Tegelijkertijd is er nog maar weinig praktijk gemaakt. Zonder die praktijk te ontwikkelen en te zien waar die waarde heeft, staan we nergens. Daarom wil ik eerst uitzoeken waar we staan in Amsterdam, bekijken waar de aanpak van Blijvend Veilig al waardevol is en uitzoeken wat nog niet werkt, waarover frictie bestaat en wanneer de wereld van bureaucratische systemen toch nog leidend is. Uiteraard ga ik goed luisteren naar de ervaringen en meningen van de collega’s in beide teams en met de teammanagers en professionals verder ontwikkelen.
En daarna zal je breder kijken?
Van daaruit zal ik inderdaad mijn blik vergroten, naar de rol van de moederorganisaties, de gemeente, de netwerkpartners. Het is fijn dat Amsterdam heeft gekozen voor een Transformatieleider die samen met de bestuurders verantwoordelijk wordt voor de opgave in de stad. Als transformatieleider kan ik me primair focussen op de nieuwe werkwijze.
Zie jij ook een vraag aan de samenleving?
Ja. Het uitgangspunt van Blijvend Veilig is helder: we willen gezinnen zo goed mogelijk ondersteunen. Hoe doen we dat samen? ‘Samen’ betekent ook: hoe doen we dat samen in de stad? Dit is veel meer dan de verantwoordelijkheid van Blijvend Veilig, hier gaan we als maatschappij over. We hebben onszelf aangeleerd om een melding bij Veilig Thuis te maken, als we horen dat er ruzie bij de buren is. De eerste stap zou misschien vaker moeten zijn dat we zelf even aanbellen. Ook moeten we af van het idee dat alles maakbaar is. Het zou helpen als we meer leren verdragen, van elkaar en van onszelf. Het leven is genuanceerd en voor iedereen anders. Als je kiest voor dit werk, dat sta je ook daarvoor.